Kan de computer op basis van ingevulde vragenlijsten automatisch oordelen of een jongere risico loopt op problemen? Of moet je die inschatting overlaten aan een verpleegkundige? Dat wilde GGD Brabant-Zuidoost onderzoeken. Als automatische triage voldoet, betekent dat tijdswinst die je kunt besteden aan risicokinderen.
De verpleegkundige bepaalt bij veel GGD’en voor het periodiek gezondheidsonderzoek (PGO) in de tweede klas van de middelbare school welke leerling een risico loopt op problemen. Dat doet zij aan de hand van de van te voren digitaal ingevulde vragenlijst en het dossier. De risicokinderen worden door de arts of verpleegkundige gezien, anderen door de assistente. Bij sommige GGD’en ontvangt een assistente alle leerlingen. Zij vraagt risicokinderen vervolgens om terug te komen. “Beide methoden kosten veel tijd voor de organisatie”, legt projectleider Marie-José Theunissen-Lamers uit. “Dat moet sneller kunnen, dachten wij. Zodat je met hetzelfde geld meer aandacht aan risicokinderen kunt geven.”
Risico-inschatting door computer
Op de scholen die meededen aan het onderzoek, voerde een verpleegkundige een PGO uit, waarna ze een risico-inschatting gaf. Tegelijkertijd gaf een computerprogramma op basis van de vragenlijst aan of een leerling wel of geen risicoleerling was. Uit dit onderzoek blijkt dat het inderdaad mogelijk is om een automatische triage te laten uitvoeren. Wel kwamen de twee inschattingen nog niet voor elke leerling overeen. De GGD Brabant-Zuidoost gaat overstappen op de Elektronische Monitor volksgezondheid (E-MOVO). Bij de risico-taxatie van deze digitale vragenlijst houdt zij uiteraard rekening met de uitkomsten uit het onderzoek.
Tijd winnen
Theunissen-Lamers: “We hopen dat er uiteindelijk bijna geen verschil in uitkomst meer is tussen het oordeel van de verpleegkundige en de automatische triage. Dan gaat het ons echt tijd schelen.” De GGD krijgt door het onderzoek ook beter inzicht welke leefstijl- en gezondheidsitems van belang zijn bij de risico-inschatting. “De leefstijlvragen waren bijvoorbeeld eerst niet opgenomen in de automatische triage. Dat doen we nu wel, omdat die toch een goede graadmeter blijken te zijn voor een risico.”
Aansluiten op lokale situatie
De methode maakt het mogelijk om ook lokaal of per school een vragenlijst te maken die aansluit op de lokale situatie. “Wij zien direct of de arts, de verpleegkundige of de assistente de leerling moet zien. De leerling hoeft niet terug te komen, mocht hij problemen hebben. Dat scheelt ook hem tijd, maar betekent ook dat hij sneller de zorg en aandacht krijgt die hij nodig heeft.”
‘Met hetzelfde geld kunnen we meer aandacht geven aan risicokinderen’
ZonMw projecttitel: Risico-inschatting door de jeugdgezondheidszorg bij geautomatiseerde triage op grond van vragenlijsten in het voortgezet onderwijs. Projectnummer 156511005
Wilt u meer informatie over automatische triage? Neem dan contact op met projectleider Marie-José Theunissen-Lamers: [email protected]