Utrechtse Wijkacademies

Lokaal samen slimmer opvoeden in Utrecht

Onderzoeken wat je als ouder belangrijk vindt in de opvoeding, in gesprek met andere ouders. Nadenken hoe je in je eigen wijk bijdraagt aan een gezond, veilig en kansrijk opvoedklimaat. Dat is kortweg het doel van de Wijkacademies. In Nederland zijn er intussen 17, verspreid over 6 gemeenten; België heeft er 1. Vanuit de Utrechtse Academische Werkplaats Transformatie Jeugd (AWTJ Utrecht) zijn 3 Wijkacademies opgezet in de wijken Hoograven, Kanaleneiland en Leidsche Rijn. Verschillende wijken, dus hebben de Wijkacademies ook elk een eigen invalshoek. Maar altijd met als achterliggend idee om met een kernteam van ouders en professionals lokale opvoedvraagstukken te onderzoeken. Om vervolgens een aanpak te ontwikkelen die past bij de wijk.

Duwtje in de rug

Marije Kesselring van het lectoraat Jeugd van de Hogeschool Utrecht (HU) deed onderzoek naar de Wijkacademies. Dat deed ze binnen het project Gewoon Opvoeden Versterken. Ze concludeerde dat de academies bijdragen aan netwerkvorming en persoonlijke ontwikkeling, zowel bij deelnemers aan de Wijkacademie als breder in de wijk. ‘Als voorbeeld van netwerkvorming zie je bijvoorbeeld dat ouders uit de kerngroepen elkaar ook buiten bijeenkomsten ontmoeten en steunen. Of een moeder vertelt haar psycholoog niet meer nodig te hebben, omdat ze haar verhaal kwijt kan bij andere ouders. Zo ontstaat “publieke familiariteit” – belangrijk voor gevoelens van cohesie, controle en steun in de wijk’, licht Kesselring toe.

De Wijkacademie draagt bij aan de persoonlijke ontwikkeling van wijkbewoners, vervolgt ze. In de vadergroep die ontstond in de Wijkacademie Hoograven, praten mannen over de rol die zij in de opvoeding willen nemen.

Voor andere ouders vormden de activiteiten van de Wijkacademie een duwtje in de rug om ambities of dromen te volgen, zoals een bedrijf beginnen als fotograaf of cateraar. Ouders organiseerden bij de Wijkacademie workshops over je talenten ontdekken of een cv opstellen. Een andere groep constateerde dat meerdere ouders het lastig vonden om andermans kinderen aan te spreken op hun gedrag. Dus organiseerden zij een sportactiviteit voor vaders en zonen. Die dachten met elkaar na over het tegengaan van overlast in de wijk. Dat is, zoals Kesselring het samenvat, een ‘eerste stap om een intergenerationeel, ondersteunend netwerk te bevorderen.’

Lees verder

Kansrijk opvoeden

Het klinkt zo eenvoudig: richt een Wijkacademie op en de rest gaat vanzelf. Maar dat is iets te snel gedacht. Vaak start een Wijkacademie vanuit een wens van professionals én bewoners om het opvoedklimaat van een wijk te verbeteren. Dergelijke initiatieven begonnen in 2013, als onderdeel van het landelijke programma Wijkacademies Opvoeden en meer van Stichting Bevordering Maatschappelijke Participatie (BMP). In Utrecht liep het anders. Kesselring: ‘Vanuit de werkplaats wilden we graag de samenwerking tussen ouders en professionals bevorderen om de Pedagogische Civil Society (PCS) te versterken.’ Deze stroming – ook wel samengevat als It takes a village to raise a child en bekend door pedagoog Mischa de Winter – sloot aan bij de transformatiedoelen van de Jeugdwet uit 2015. Met die wet wilde de overheid meer inzetten op eigen kracht van gezinnen en het gewone opvoeden versterken.

Flyers

Een goed uitgangspunt, maar de Utrechtse aanpak was teveel top-down, stelt Kesselring vast. Daardoor duurde het even voordat de 3 Wijkacademies op gang kwamen. ‘In het begin was er veel onduidelijkheid over wie welke verantwoordelijkheid had en “van wie” de Wijkacademie nou eigenlijk was.’ Toch zette de werkplaats door, want ‘als je niets doet, gebeurt er ook niets’, zoals Kesselring het formuleert. En de behoefte aan het versterken van pedagogische wijknetwerken leek wel te bestaan. Eerst was het zaak in elke wijk een kerngroep samen te stellen. In Hoograven tikte een professional langs het voetbalveld vaders die positief opvielen letterlijk op de schouder. In Leidsche Rijn werden flyers uitgedeeld. Op Kanaleneiland verenigden 2 al bestaande moedernetwerken zich. In alle 3 de wijken bestaat de kerngroep uit 2 professionals en zo’n 10 tot 15 ouders, vaak cultureel divers.

Gemeenten kunnen organisaties belonen die netwerken bevorderen

Doorsijpelen

Niet alleen de wijze van het opzetten van de kerngroep, ook de thema’s verschillen per wijk. Op Kanaleneiland worstelden moeders met de opvoeding van hun puberdochters. In Hoograven vroegen vaders zich af wat zij konden doen aan ervaren overlast in de wijk. Een jongerenwerker hielp hen vervolgens in een gesprek met jongeren samen hoe je jeugdigen kunt aanspreken. ‘Het mooie is dat de kennis vervolgens doorsijpelt naar professionals. Jongeren zeiden bijvoorbeeld: “Knoop niet alleen het gesprek aan als er iets aan de hand is, maar maak ook op andere momenten gewoon contact.”

Dat was net zo goed leerzaam voor de professionals. Ook is bij hen het gesprek op gang gekomen over wat burgers zelf kunnen doen en wat de taak van professionals is’, aldus Kesselring. Een ander voorbeeld komt uit Leidsche Rijn. De professionals daar dachten dat complexe scheidingen een issue waren. Toen bleek dat inwoners meer behoefte hadden aan steun bij eenzaamheid in de opvoeding. En aan hulp om cohesie in de wijk te stimuleren. Kesselring: ‘Ouders bepalen het zelf en alleen dat al is empowerend.’

Brug

Telkens is er de stap van dialoog naar reflectie en vervolgens actie, schetst Kesselring de systematiek. De winst zit in het ontmoeten en elkaar leren kennen, zegt ze. ‘Dat past in theorieën over bonding, bridging en linking: toegang krijgen tot sociaal kapitaal. En dat in een gelijkwaardige samenwerking tussen ouders en professionals om elkaars kennis aan te vullen.’ Het effect meten van PCS via zo’n Wijkacademie valt overigens intussen niet mee, vervolgt Kesselring. ‘De kritiek is: leuke clubjes, maar hoe dragen die bij aan transformatie? Bereik je maar een kerngroep van 10 ouders? Dat klinkt inderdaad weinig, maar die ouders bereiken wel weer andere ouders. En professionals ondervinden het belang van PCS – precies zoals de transformatiegedachte beoogt.’

Professionals beseften: we moeten kijken wat burgers zelf kunnen

Organisaties belonen

Het liefst zou Kesselring zoeken naar andere criteria dan afrekenen op hoeveel kinderen jeugdhulp ontvangen. ‘Wat hebben kinderen nodig om kansrijk op te groeien? Waartoe voed je op? Als gemeente zou je organisaties kunnen belonen die uitwisseling van kennis en steun tussen ouders en professionals bevorderen.’ Ondertussen ziet Kesselring dat de Utrechtse Wijkacademies passen bij de ambitie van de stad om meer in te zetten op collectieve preventie. En om informele structuren in de wijken te versterken.

‘Professionals in Leidsche Rijn merkten bijvoorbeeld dat de kerngroep van ouders zich gaandeweg steeds meer betrokken en verantwoordelijk ging voelen. Ze namen zelf een deel van de organisatie van de bijeenkomsten en activiteiten op zich. Initiatieven zoals de Wijkacademies, waarin ouders en professionals samen werken aan het versterken van de PCS, verdienen een plek binnen het gemeentelijk beleid. Met ondersteunende kaders, maar ook met vrije handelingsruimte om in te haken op wat jeugd, ouders en de wijk nodig hebben.’

Wijkacademie – zo ziet dat er landelijk uit

Een Wijkacademie Opvoeden is een platform voor ontmoeting, uitwisseling en actie en een plek waar ouders zich verder kunnen ontwikkelen. Het concept werd onderzocht binnen het project Gewoon Opvoeden Versterken van de Academische Werkplaats Transformatie Jeugd Utrecht. De kerngroepleden (12-14 ouders en 2 professionals) krijgen de ruimte om ervaringen op te doen én om hun eigen kennis en ervaring met anderen te delen. Elke 3 weken is een bijeenkomst van de kerngroep, die activiteiten bedenkt en organiseert. Het gedachtegoed baseert zich onder meer op eigen kracht en empowerment om de zorg voor ouders en kinderen te vernieuwen en ondersteunen (de Pedagogische Civil Society). Er is een handboek, cursus voor ouders en professionals beschikbaar en een theoretische achtergrond, zie website.

De methodiek Wijkacademie is medio 2019 als goed onderbouwd opgenomen in de Databank Effectieve sociale interventies van Movisie. De afgelopen jaren hebben verschillende Wijkacademies landelijke bijeenkomsten georganiseerd met thema’s als vaderschap, opvoeden en discriminatie; ouderbetrokkenheid; liefdevol opvoeden. Ook verscheen een boekje met dromen van kinderen, ontstond een voorleesclub voor kinderen door moeders en een theaterstuk. Jaarlijks bereiken de 17 Wijkacademies in Nederland en een Wijkacademie in België tenminste 200 andere ouders en vindt samenwerking met minimaal 3 organisaties plaats. De Wijkacademie huist dikwijls in een buurthuis, school of speeltuin. Lees meer in Moerbeek, S. & Hoek, M. (2019). Interventiebeschrijving Wijkacademie Opvoeden. Utrecht: Movisie.

Video
Share

Facebook

Twitter

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden

Meld aan