Vrijwilligers die themabijeenkomsten organiseren om andere ouders te ondersteunen bij de opvoeding. Het klinkt gezellig en nuttig, maar kómen die ouders ook? En wat levert het op? Sinds 2013 werkt CJG Rijnmond met de interventie Ouders in Actie. Het doel: zorgen dat het CJG ouders ondersteunt en met hulp van vrijwilligers óók in aanraking komt met moeilijk te bereiken ouders. Zoals de groep met een niet-westerse achtergrond. Samen met vrijwilligersorganisaties leiden 2 CJG-coördinatoren de vrijwilligers op. Jeugdverpleegkundigen en CJG-pedagogen staan hen bij met hun deskundigheid. ‘Onderzoek naar effectiviteit en de meerwaarde van vrijwilligers was er nog niet’, vertelt Anja van den Berg-Bakker, beleidsadviseur bij CJG Rijnmond. ‘Dankzij de werkplaats ST-RAW konden we dat uitvoeren. Het idee achter Ouders in Actie sloot bovendien aan op de focus van de werkplaats: preventie en eigen kracht.’
Studenten van de Hogeschool Rotterdam inventariseerden de ervaringen van deelnemende ouders met Ouders in Actie. Literatuuronderzoek van onderzoekers van de ST-RAW-werkgroep liet zien dat ouders door soortgelijke interventies meer kennis krijgen over de ontwikkeling van kinderen. Ook worden hun zelfvertrouwen en veerkracht groter en ouders ervaren op korte termijn sociale steun. Die voordelen komen overeen met de bevindingen uit het praktijkonderzoek van de werkplaats. De opvoedvaardigheden nemen toe: ouders praten meer met hun kinderen en ervaren een meer ontspannen opvoeding. Ook zeggen ze meer emotionele steun te krijgen van andere ouders en wisselen ze onderling informatie uit. Ouders weten ook beter wat ze kunnen doen in lastige opvoedsituaties. Verder groeit hun zelfvertrouwen doordat positief opvoeden wordt benadrukt in de interventie; ouders complimenteren elkaar bijvoorbeeld.
Vrijwilligers stellen zich niet op als “de deskundige”, en dat werkt
Juist de inzet van vrijwilligers als begeleider van de oudergroepen lijkt een gouden greep. Ouders van kinderen tussen de 0 en 18 jaar kunnen zich eenmalig aanmelden of meedoen met een reeks bijeenkomsten. Er zijn 33 thema’s uitgewerkt rond opvoedkundig thema’s, zoals beweging, voeding, pesten en omgaan met sociale media. Van den Berg-Bakker begrijpt het succes van de inzet van vrijwilligers wel. ‘Zij komen uit de doelgroep, spreken – vaak letterlijk – dezelfde taal en kennen normen en waarden uit de niet-westerse culturen van de ouders in de groep.
Ook weten ze met welke dilemma’s ouders worstelen of waarover zij misschien wel meer zouden moeten horen. Vrijwilligers stellen zich niet op als “de deskundige” en sluiten daardoor op een laagdrempelige manier aan. Een ander voordeel is dat vrijwilligers ouders op andere plekken benaderen dan professionals, zoals in de moskee of het buurthuis. Dat het werkt, horen we van ouders. En de groepen worden goed bezocht.’
Wel zijn er voorwaarden verbonden aan werk als vrijwilliger, aldus Van den Berg-Bakker. ‘Deze rol is niet vrijblijvend. Vrijwilligers voeren een intakegesprek met ons, krijgen een contract, een vergoeding en ze worden opgeleid in het werken volgens de richtlijnen van de interventie. Ook is het belangrijk waardering te uiten. Onze coördinatoren organiseren bijvoorbeeld bijeenkomsten waar vrijwilligers iets leren, maar waar ook ruimte is voor gezelligheid of een lekker ontbijtje.’ Jammer is wel dat de goede vrijwilligers meestal na verloop van tijd vertrekken. Van den Berg-Bakker vindt het fijn voor degenen voor wie Ouders in Actie een opstap is naar betaald werk, maar het vraagt wel om het permanent werven van nieuwe vrijwilligers.
Ook zonder de werkplaats had het CJG Ouders in Actie best verder kunnen ontwikkelen, denkt ze. ‘Maar een weldoordacht onderzoek uitvoeren, hadden we niet kunnen realiseren. De interventie is intussen zelfs aangemeld bij de Databank Effectieve Interventies van het NJI. Zo kunnen ook organisaties buiten de regio het straks inzetten. Verder was het zonder de werkplaats ongetwijfeld minder vanzelfsprekend geweest om de resultaten te delen met andere organisaties. Het delen van kennis en ervaring heeft tot het plan geleid om ook iets voor vaders te organiseren. ‘Bij Vaders in Actie staan vaders elkaar bij in de opvoeding. Dat hebben we echt ontwikkeld mét vaders – een nieuwe stap en meer in lijn met het idee van de werkplaats om alle partijen een gelijkwaardige positie te geven binnen praktijkgericht onderzoek.’
Samenwerken in de werkplaats ervaart de beleidsadviseur als inspirerend. ‘Het is zo leuk om van gedachten te wisselen met mensen met andere invalshoeken en competenties. Je stapt even uit je vertrouwde cocon. In 4 jaar tijd heb ik een gemêleerd en gedreven gezelschap aan mensen leren kennen. Dat gaf ontzettend veel energie en heeft mijn eigen netwerk verbreed en verdiept. Zie ik nu een oproep van ZonMw voor een actieonderzoek, dan weet ik wie ik van de hogeschool, universiteit, zorgorganisatie of gemeente kan bellen om samen op te trekken.’ ST-RAW gaat door als 1 van de 14 regionale kenniswerkplaatsen jeugd. In deze nieuwe werkplaats krijgt Ouders in Actie geen plek, maar ambities zijn er genoeg, besluit Van den Berg-Bakker. ‘Als CJG willen we de interventie nog specifieker kunnen inzetten voor bepaalde doelgroepen, zoals vluchtelingen. Met die uitwerking gaan we zelf verder.’
Anja van den Berg-Bakker is beleidsadviseur bij CJG Rijnmond en stuurgroeplid van ST-RAW. Ze is opgeleid tot orthopedagoog en vervulde verschillende functies binnen de preventieve zorg.
Samen Transformeren – Rotterdamse Academische Werkplaats (ST-RAW) heeft diverse onderzoeken uitgevoerd met als insteek preventie van problemen en het benutten van eigen kracht in de omgeving van ouders en kinderen. De werkgroep De Kracht van Preventie verdiepte zich in de kracht van informele opvoedondersteuning. Daarbinnen paste onderzoek naar de werking en effectiviteit van de interventie Ouders in Actie van CJG Rijnmond. In deze interventie ondersteunen vrijwilligers ouders met een niet-westerse achtergrond.