PRACHTPROJECT:

Kindermishandeling voorkomen in de jeugdgezondheidszorg

Lees verder ↓

De Meldcode Huiselijk geweld en Kindermishandeling adviseert alle organisaties die met kinderen werken, een aandachtsfunctionaris kindermishandeling aan te stellen. Onderzoek van Annemieke Konijnendijk, promovenda aan de Universiteit Twente, laat zien dat in de jeugdgezondheidszorg slechts de helft van de professionals de aandachtsfunctionaris (bijna) altijd consulteert.

De aandachtsfunctionaris is deskundig op het gebied van kindermishandeling en ondersteunt collega’s die kindermishandeling vermoeden. Daarnaast kan de aandachtsfunctionaris de meldcode blijvend aandacht geven in de organisatie en er zo aan bijdragen dat professionals vaker, sneller en beter handelen bij vermoedens van kindermishandeling.

Zorgvuldigheid
Dat zo’n aandachtsfunctionaris in de jeugdgezondheidszorg bij een vermoeden van kindermishandeling niet altijd wordt geconsulteerd, noemt Konijnendijk teleurstellend. ‘Zelfs als je al heel veel ervaring met dergelijke situaties hebt, is het goed om de aandachtsfunctionaris erbij te betrekken. Al is het maar om te kijken of je alle stappen zorgvuldig doorloopt.’

Lees verder ↓

‘Zelfs als je al heel veel ervaring met dergelijke situaties hebt, is het goed om de aandachtsfunctionaris erbij te betrekken’

Beter monitoren

Opvallend is dat mensen die de aandachtsfunctionaris raadplegen vaak ook contact opnemen met ‘Veilig thuis’ en bovendien beter monitoren wat er met hun melding wordt gedaan. Onderzoekster Annemieke Konijnendijk kan niet zeggen of er een causaal verband is. ‘Maar’, zegt ze, ‘er is wel degelijk een relatie.’

‘Als jouw collega’s het allemaal doen, dan ben je zelf ook eerder geneigd de aandachtsfunctionaris te consulteren’

Cultuur belangrijk
Konijnendijk nuanceert haar onderzoeksresultaten wel: ‘Het kan bijvoorbeeld zo zijn dat het vermoeden bij een andere organisatie is ontstaan en de jeugdarts of -verpleegkundige daarover wordt ingelicht. Dan zou die andere organisatie de stappen van de meldcode moeten zetten, ook al heeft de jgz-professional ook zorgen.’ De redenen om geen contact op te nemen, liggen volgens Konijndijk deels aan de cultuur binnen een team of organisatie. ‘Als jouw collega’s het allemaal doen, dan ben je zelf ook eerder geneigd de aandachtsfunctionaris te raadplegen. Of als jouw teamleider van je verwacht dat je de aandachtsfunctionaris consulteert, en je bent gevoelig voor die mening, dan werkt dat ook stimulerend.’

Vergeten
Het gaat ook om iets simpels als ‘bekendheid met’. Weet je van het bestaan van de aandachtsfunctionaris en van de toegevoegde waarde daarvan, dan is dat een factor die meeweegt. Volgens Konijnendijk vergeten sommige professionals domweg dat ze een aandachtsfunctionaris kunnen raadplegen. Maar dat hangt uiteraard ook samen met eerdergenoemde factoren. Konijnendijk: ‘Is de cultuur in een organisatie dat je bij vermoedens van kindermishandeling structureel de aandachtsfunctionaris consulteert, dan zullen mensen het minder snel vergeten.’

Handreiking voor gemeenten

Gemeenten hebben sinds 1 januari 2015 de verantwoordelijkheid om de preventie en aanpak van kindermishandeling lokaal goed te organiseren. Om hen daarbij te ondersteunen is er mede op basis van de resultaten van het onderzoek van Konijnendijk door de AWJTwente samen met de Academische Werkplaats Kindermishandeling een handreiking voor gemeenten opgesteld om aandachtsfunctionarissen in het onderwijs en de kinderopvang te promoten en te ondersteunen.

Download Handreiking

COÖRDINATOR AAN HET WOORD

Geen aparte eilandjes meer

Link naar pagina ↓

STAKEHOLDER

‘Onderzoeksresultaten gelijk in de praktijk inzetten’

Link naar pagina ↓

OVERZICHT

Alle projecten op een rij

Link naar pagina ↓

BewarenBewaren

Video
Share

Facebook

Twitter

LinkedIn

Contact

Verstuur

Aanmelden

Meld aan