De wethouder ziet vooral een meerwaarde in onderzoek naar wat wel en niet werkt. ‘De academische werkplaats helpt ons te bepalen wat een veelbelovende aanpak is. Juist nu is kennis belangrijk.’
Voor professionals
Een groot deel van het onderzoek van de Academische Werkplaats Jeugd in Twente komt het werk van de professionals direct ten goede. Coes: ‘Zo kunnen onze hulpverleners dankzij 2 promotietrajecten over de signalering van kindermishandeling en postnatale depressie beter preventief werken.’
Klein en fijn
Voor de 14 gemeenten die deelnemen aan de academische werkplaats zijn vooral de Klein-en-Fijn-projecten belangrijk. De gemeenten kunnen met kortlopende onderzoeken antwoord krijgen op concrete vragen.
‘Het mooie is dat we die onderzoeksresultaten gelijk in de praktijk kunnen inzetten. Zo zetten we dankzij een onderzoek naar de hulp bij scheidingen tegenwoordig de begeleide omgangsregeling en het maatschappelijk werk veel eerder in.’
Actieprogramma
‘Ook heeft een gemeente het initiatief genomen om een Klein-en-Fijn-onderzoek te laten doen naar het alcohol- en drugsgebruik van jongeren’, vervolgt Coes. ‘Daaruit bleek dat dat in onze regio echt een probleem is. Verschillende gemeenten hebben daarna een gericht actieprogramma opgezet om daar wat aan te doen.’
‘Het mooie is dat we die onderzoeksresultaten gelijk in de praktijk kunnen inzetten’
De Academische Werkplaats Jeugd in Twente werkt samen met de 14 Twentse gemeenten: Almelo, Borne, Dinkelland, Enschede, Haaksbergen, Hellendoorn, Hengelo, Hof van Twente, Losser, Oldenzaal, Rijssen-Holten, Tubbergen, Twenterand en Wierden.
‘De structuur die nu staat, is echt waardevol’
Verborgen armoede
De werkplaats richt zich vooral op kwetsbare kinderen. Armoede is daarbij een belangrijk thema. Coes: ‘Als wethouder zou ik meer willen weten van de achtergronden van kinderen die in armoede opgroeien. Vooral ook waar verborgen armoede zich afspeelt.’
Continuering
De academische werkplaats wordt door ZonMw en de 14 betrokken gemeenten gefinancierd. Als de subsidie van ZonMw eindigt, dan wil Coes met alle gemeenten samen naar een oplossing zoeken. ‘De structuur die nu staat, is echt waardevol. Die moeten we zien te behouden en door samenwerking met andere kennisinstituten in de regio verder versterken.’