Het typeert ook de academische werkplaats die inhoudelijk nauw aansluit bij de behoeften uit praktijk en beleid. ‘Uiteraard’, zegt Kocken, ‘dat ligt immers ten grondslag aan het idee van een academische werkplaats. Het begin- en eindpunt is het werk in het veld.’
Keten verbeteren
‘Er zijn in het verleden teveel gevallen geweest van kinderen die tussen wal en schip terechtkwamen, met allerlei vreselijke gevolgen van dien. De jeugdhulp stond er niet goed voor en iedereen vond ook dat het beter moest.
Elke organisatie wilde vanuit z’n eigen positie de keten verbeteren. Dankzij de komst van de werkplaats konden we alles en iedereen bij elkaar brengen en daar bovendien onderzoek op zetten’, vervolgt Kocken zijn verhaal. ‘Dat heeft uiteindelijk onder andere geleid tot een breed gedragen werkwijze die inmiddels overal in het land navolging krijgt.’
‘De jeugdhulp stond er niet goed voor en iedereen vond ook dat het beter moest’
‘Het was echt een opdracht aan onszelf om de terugkoppeling van onderzoek naar de praktijk goed te organiseren. Daar zijn we ook in geslaagd gezien het succesvolle gebruik van de ontwikkelde methodieken’, zegt coördinator Paul Kocken. ‘Wat ik zelf nog zou willen? Dat in een volgende fase ook meer evaluatieonderzoek komt, zodat we de zorg zo kunnen inrichten dat het echt voldoet aan wat ouders en kinderen nodig hebben.’
‘We kijken zowel naar de knelpunten als naar de krachten die we binnen en buiten het gezin kunnen mobiliseren’
GIZ-methode
Kocken doelt op de GIZ-methode, hetgeen staat voor Gezamenlijk Inschatten van Zorgbehoeften. Daarbij brengen professionals samen met ouders, kinderen en jongeren niet alleen de zorgbehoeften maar ook de krachten binnen en buiten het gezin in kaart. Vervolgens wordt besproken welke ondersteuning het beste past bij de situatie. Niet te licht, niet te zwaar en zeker niet te laat. Kocken: ‘Dat alles gebeurt systematisch, op een wetenschappelijk onderbouwde manier. Maar het is ook heel praktijkgericht.’ Mede doordat vele instellingen in de regio deze werkwijze omarmen, sluit de zorg veel beter op elkaar aan.
Praktijkissues
Ook de werkwijze Eén Gezin Eén Plan (1G1P) en het onderzoek naar de vraag hoe de opvoedondersteuning aan gezinnen met een Marokkaanse of Antilliaanse achtergrond verbeterd kan worden, komen direct voort uit de problemen die in de praktijk gesignaleerd worden. ‘Inmiddels praten onze wetenschappers heel makkelijk mee over allerlei praktijkissues. En praktijkwerkers zoeken wetenschappelijke onderbouwing van hun werk’, vertelt Kocken. ‘Zeker nu de drukte en onzekerheid van de transitie wat meer achter de rug is, neemt de belangstelling voor deskundigheidsbevordering en het uitwisselen van kennis en ervaring weer toe. Die kenniscirculatie zien wij ook echt als onze taak.’
Aan de Academische Werkplaats Samen voor de Jeugd nemen 19 organisaties en gemeenten deel uit de regio’s Holland Rijnland, Midden Holland en Haaglanden. Sinds het voorjaar van 2017 noemt de werkplaats zich de Academische Werkplaats SAMEN.
BewarenBewaren