De werkplaats is nog maar 2 jaar aan het werk, maar projectleider Angela Thissen en hoofdaanvrager en stuurgroeplid Dorien Graas merken dat er veel belangstelling is voor hun werk. Want, zeggen ze: ‘Iedereen worstelt met deze vraag’.
Kind centraal
De transities jeugdzorg en de Wet passend onderwijs hebben een heleboel in beweging gezet. Bestaande structuren worden afgebouwd en nieuwe samenwerkingsvormen zien het licht. Angela Thissen constateert dat, door niet de organisaties maar juist het kind centraal te zetten, mensen op een heel andere manier naar hun werk zijn gaan kijken. ‘Iedereen wil kinderen helpen die in de knoop zitten. We maken momenteel fundamentele keuzes hoe we die hulp organiseren.’
Elkaar nodig
Ook Graas noemt het ‘heel belangrijk’ dat vanuit zoveel verschillende kanten de betrokkenheid bij het welzijn van kinderen groot is. ‘Scholen hebben een eigen ondersteuningsstructuur met mentoren en intern begeleiders. Echter, primair wil en moet het onderwijs lesgeven. Maar wat te doen met kinderen die in de knel zitten?’ Ze constateert dat tegelijkertijd de jeugdhulp veel meer de omgeving van de kinderen die problemen hebben, bij de hulp wil betrekken. ‘Dat betekent dat die 2 domeinen, jeugdhulp en onderwijs, elkaar nodig hebben en naar elkaar toegroeien.’
‘We maken momenteel fundamentele keuzes hoe we die hulp organiseren’
‘Wie is wie, wie doet wat, wie heeft waar behoefte aan en hoe kunnen we dat samen regelen?’
Processen stroomlijnen
De academische werkplaats wil dat proces faciliteren en met onderzoek begeleiden. Thissen: ‘Het zijn echt compleet andere domeinen met andere culturen die samen het wiel opnieuw uitvinden.’ Daar komt bij dat ook financieringsstromen, regelgeving en organisatiestructuren niet op elkaar aansluiten. Graas: ‘Daarom zijn de gemeenten zo belangrijk in dit proces. Die moeten zorgen dat al dat soort taaie processen gestroomlijnd worden.’
Boeiend
De werkplaats stimuleert dan ook dat er binnen scholen overleg plaatsvindt tussen alle betrokkenen: onderwijsgevenden, intern begeleiders, hulpverleners, ouders, jongeren(vertegenwoordigers) en gemeentelijke beleidsmakers. Graas: ‘In dergelijke Community’s of Practice zoals wij ze noemen, hebben mensen elkaar eerst eens goed leren kennen.
Wie is wie, wie doet wat, wie heeft waar behoefte aan en hoe kunnen we dat samen regelen? Dat zijn hele boeiende bijeenkomsten.’
Hobbels en bobbels
De taak van de werkplaats is vooral om naar alle verschillende vormen van samenwerking die aan het ontstaan zijn, onderzoek te doen. Het gaat daarbij ook om de weg ernaartoe: de hobbels en bobbels die overwonnen moeten worden. ‘We willen in kaart brengen wat de mogelijkheden zijn van samenwerking tussen ouders, leerlingen, onderwijs en jeugdhulp en wat daar allemaal bij komt kijken’, zegt Thissen.